Wanneer restafval écht niet meer te recyclen valt, komt AVR in actie. Het afvalenergiebedrijf weet namelijk precies hoe je er toch nog zoveel mogelijk waarde uit haalt. Sinds 2020 pakt AVR dit nog efficiënter aan, door de CO2-uitstoot van zijn afvalenergiecentrale in Duiven op grote schaal af te vangen én een herbestemming te geven.
Wie aan duurzaamheid denkt, denkt waarschijnlijk niet meteen aan afvalverbranding. Toch is dit een onmisbaar onderdeel van een duurzame afvalketen, zegt Michiel Timmerije, directeur energie en reststoffen bij AVR.
Voor de duidelijkheid: het is essentieel dat ze de aankomende jaren inzetten op afvalpreventie en meer en meer afval recyclen. Maar er zal altijd een bepaald percentage overblijven dat niet recyclebaar is. Denk bijvoorbeeld aan bouw- en sloophout, dat bewerkt is met verf en lijm. Of de reststroom die tot stand komt bij papierrecycling. Die afvalstromen nemen zij voor hun rekening.
AVR verwerkt inmiddels zo’n 2,1 miljoen ton restafval per jaar, met als doel om daar zoveel mogelijk energie en grondstoffen uit te halen. Het verbrandt bijvoorbeeld zo’n 140.000 ton papierpulpresidu (een restproduct van papierrecycling) per jaar en wekt daar zo’n 350 Terajoule aan warmte en meer dan 7 gigawattuur aan elektriciteit mee op. Dit is vergelijkbaar met de jaarlijkse energiebehoefte van ongeveer 151.000 huishoudens. Maar ook grondstoffen worden zoveel mogelijk teruggewonnen. Na de verbranding van papierpulpresidu blijft er namelijk een cement product over dat AVR Topcrete noemt. Dit heeft verschillende toepassingen in de bouwsector.