Onder biomassa wordt verstaan organische reststromen die voortkomen uit dierlijke en plantaardige resten. Deze worden verwerkt tot nieuwe grondstoffen en duurzame energie. Hoe verloopt dit proces? En welke installaties heb je daarvoor nodig?
Zo verwerken zij biomassa
Bij Twence verwerken ze biomassa. Dat wil zeggen: organisch afval met een dierlijke of plantaardige afkomst. Denk aan afvalhout, houtzeefsel, houtzaagresten, groente-, fruit- en tuinafval (GFT) en mest. Ze verwerken deze tot onder andere compost, bodemverbeteraars, kunstmestvervangers, pyrolyse-olie en duurzame energie. Schoon afvalhout kunnen ze daarnaast verkopen voor materiaalhergebruik.
Op verschillende manieren komt biomassa bij hun binnen. Per type biomassa gaat de stroom richting een bepaalde verwerkingsinstallatie. Voor het verwerken van biomassa zetten ze verschillende installaties in. In de grafiek hiernaast zie je in één oogopslag welke biomassa er bij hun binnenkomt, naar welke installatie het gaat en welke nieuwe grondstoffen en duurzame energie ze van de input maken.
Empyro: pyrolyse-olie maken
In de pyrolysefabriek Empyro maken ze pyrolyse-olie, elektriciteit en stoom. Uitzeefsel van pellets voor houtkachels (soort biomassa) is de grondstof voor deze fabriek. Door extreme, kortdurende verhitting van de biomassa ontstaat olie. Dit proces noemen ze pyrolyse. Uit elke 1.000 kilo biomassa produceren ze met deze methode zo’n 650 kilo olie. Van de brandbare gassen die bij de pyrolyse vrijkomen en overblijven produceren ze elektriciteit en stoom. Deze lage druk stoom leveren ze aan zoutproducent Nobian, direct naast Empyro. De pyrolyse-olie gebruikt FrieslandCampina Ingredients in de fabriek in Borculo als groene energie in het productieproces voor het verdampen van vloeibare melk naar weipoederingrediënten. Hiermee wordt het aardgasverbruik verminderd. De geleverde energie aan FrieslandCampina en Nobian is vergelijkbaar met het aardgasverbruik van 8.000 huishoudens.
Composteren en Vergisten (C&V)
De groene afvalbak is eigenlijk al een kleine gasfabriek. Groente-, fruit- en tuinafval (gft) gaat rotten. Daarbij ontstaat biogas. Datzelfde gebeurt in het groot in de vergisters van Twence. In de composterings- & vergistingsinstallaties wordt het gft van bedrijven en huishoudens na voorbewerking, maar ook overdatum-materiaal van onder andere supermarkten, tot biogas verwerkt. In grote gesloten tanks zorgen levende organismen ervoor dat biogas ontstaat. Gasmotoren zetten dit biogas efficiënt om in elektriciteit en warmte, waarmee ze enkele duizenden huishoudens van duurzame energie voorzien. Het restmateriaal uit de vergisters, digestaat, composteren ze samen met groenafval van gemeenten en de eerder afgescheiden grove fractie van GFT. Keurcompost wordt ingezet als bodemverbeteraar op landbouwgrond. De houtfractie die na het composteren en vergisten achterblijft, verwerken ze in hun biomassa-energiecentrale tot duurzame energie.
Biomassa-energiecentrale (BEC)
Afvalhout dat in hun scheidingsinstallatie uit het grof huishoudelijk afval en bouw- en sloopafval gesorteerd wordt, gaat naar de biomassa-energiecentrale (BEC). In de BEC maken ze net als in de afvalenergiecentrale gebruik van een roosteroven en een stoomketel voor energieproductie. De ketelwanden zijn voorzien van met water gevulde buizen, die de warmte van het vuur bij het verbranden van de biomassa omzetten in stoom en warm water. Ook wekken ze er via een stoomturbine/generator elektriciteit mee op. In de biomassa-energiecentrale verwerken ze niet-herbruikbaar geverfd en gelijmd afvalhout als brandstof. Omdat dit geen materiaal bevat dat gemaakt is van fossiele brandstoffen, geldt deze energie als 100% duurzaam en groen. De elektriciteit, stoom en het warme water leveren ze als duurzame energie aan bedrijven en huishoudens in de regio.
Mestverwaardingsinstallatie
Mest bevat veel water en zit vol energie en grondstoffen, waaronder de mineralen fosfaat, kalium en stikstof. Met hun installatie verwaarden ze die waardevolle grondstoffen en energie uit de mest. De aangevoerde mest gaat naar de monomestvergister, waar ze het biogas afvangen en omzetten naar groen gas. Vervolgens gaat de vergiste fractie naar de flotatiescheider alwaar de dikke fractie naar de zeefbandpers gaat. Daar wordt er nog meer dunne fractie uit de mest gehaald. De resterende dikke fractie die overblijft, noemen ze fosfaatmeststof en wordt gebruikt als bodemverbeteraar. De dunne fracties worden via membraanfilters en een indampingsproces opgewaardeerd tot kaliummeststof en stikstof. Van de eerste maken ze kunstmestvervangers en de stikstof vindt als ammoniakoplossing z’n weg naar industriële toepassingen. Daarnaast geven ze schoon water terug aan de omringende beken, leveren ze groen gas waarmee ze 3.000 huishoudens kunnen verwarmen en kan CO2 als groeimiddel voor de glastuinbouw worden geleverd.