BlueAlp bouwt installaties die plastic afval omzetten in olie. De chemische industrie kan daarmee weer nieuw plastic maken. Bedrijven zoals Shell verwachten veel van deze chemische recycling.
Valentijn de Neve legt een doorzichtige zak met afval voor zich neer. Het zijn stukjes folie − grauw, vervuild, onherkenbaar. Dit plastic belandt gewoonlijk in de verbrandingsoven, de afvalindustrie kan er weinig mee doen, zegt hij. Maar zij maken er voor 85 procent nieuwe grondstoffen van. De directeur van BlueAlp uit Eindhoven haalt een flesje tevoorschijn met een vloeistof die lijkt op appelsap, maar ruikt naar benzine. Het plastic zetten zij om in deze pyrolyse-olie. En daarvan kan de chemische industrie weer hagelnieuwe kunststoffen maken.
In een huizenhoge installatie, ontwikkeld door BlueAlp, wordt het vuil gescheiden van de nuttige stoffen en het plastic door geleidelijke verwarming in moleculen omgezet. Pyrolyse heet dat, oftewel scheiding door verhitting. Het is een vorm van slow cooking en in het buizenstelsel vindt elke molecuul zijn eigen weg, afhankelijk van de temperatuur.
Shell helpt mee
De pyrolyse-olie in het flesje komt uit de installatie in het Belgische Oostende, die op een wandvullende foto achter De Neve is te zien. In 2020 ging de installatie na twintig jaar ontwerpen en sleutelen in bedrijf. Dat was het begin van de commerciële toepassing van de technologie.
Shell kwam kijken, en kocht in 2021 zo’n 20 procent van de aandelen van BlueAlp. De Neve kwam toen van Shell naar BlueAlp om het bedrijf snel te laten groeien in een veelbelovende markt. Shell helpt mee bij de ontwikkeling van de technologie en neemt als klant de installaties van BlueAlp af. Ook chemiebedrijf Borealis uit Oostenrijk bezit een deel van de aandelen.
De fabriek in Oostende produceert dagelijks drie vrachtwagens vol pyrolyse-olie. Dat is al hartstikke mooi, maar het is nog maar een half procent van wat een chemische fabriek nodig heeft. In de chemie is het een druppel op een gloeiende plaat, zegt De Neve. Een chemische fabriek gebruikt een kraker om de basismoleculen te maken die als bouwsteentjes voor plastic worden gebruikt. Gewoonlijk gaat er nafta in die kraker. Dat is een fossiel product van de olieraffinaderij. De pyrolyse-olie, gemaakt uit oud plastic, kan daarmee worden vermengd. Dat scheelt weer fossiele grondstoffen.
Er is meer dan genoeg vraag naar pyrolyse-olie, zegt De Neve. Leveranciers als Unilever en Coca-Cola doen allerlei beloftes over het hergebruik van verpakkingen. En de chemische bedrijven die plastic maken, willen hun CO2-uitstoot terugdringen. Daarom zouden ze graag 20 tot 30 procent pyrolyse-olie bijmengen.
Vijf nieuwe installaties
In de compacte fabriekshal van BlueAlp wordt daarom hard gebouwd aan vijf nieuwe installaties. Die komen ergens op een chemisch complex te staan. En het bedrijf is in ‘vergevorderde gesprekken’ over de productie van nog eens tien installaties, zegt De Neve, die geen klanten kan noemen. Omdat BlueAlp voortkomt uit het gasbedrijf Petrogas, opgericht in 1947, heeft het de kennis in huis om complexe industriële buisverbindingen te maken. Het doel is om voor 2025 wereldwijd zestig installaties te leveren, liefst vele malen groter dan de installatie van vandaag, zegt De Neve. De installaties laten ze onder licentie door partners bouwen en leveren.
Bij het hergebruik van plastic heeft mechanische recycling de voorkeur. Daarbij wordt plastic gewassen en tot korrels gemalen. Je kunt er daarvan een bankje of een bermpaaltje van maken, zegt De Neve. Hoogwaardige toepassingen zijn niet mogelijk, zoals voor de medische sector of voor levensmiddelen. Bij chemische recycling kun je wel upcyclen. Het gerecyclede plastic is zo goed als nieuw.
Die chemische recycling kan veel energie kosten. Bij BlueAlp valt dat mee, zegt De Neve, omdat de installatie op relatief lage temperaturen draait. Zo’n 10 procent van het plastic wordt omgezet in een gas, waarmee de machine zichzelf verwarmt. Dat klinkt zuinig, maar het is niet ideaal. Over enkele jaren moeten ook die gasmoleculen een tweede leven krijgen als grondstof voor materialen. Dan zou de installatie zelf op schone stroom moeten draaien. Zo’n 5 procent van het materiaal blijft over als bitumen en gaat naar de wegenbouw.
Nog geen wondermiddel
Van de pyrolyse-olie zou je ook weer diesel kunnen maken. Maar dat is volgens De Neve niet de juiste weg. Voor het transport ontwikkelen ze als maatschappij liever alternatieven voor fossiele brandstoffen, zoals waterstof of elektrisch rijden. Laten ze deze technologie gebruiken voor hun materialenprobleem.
Een wondermiddel is chemische recycling van plastic nog niet. Alleen al omdat de capaciteit ervoor minder hard groeit dan de productie van nieuw plastic, uit aardolie en gas. Zo heeft Shell in 2022 nog een grote fabriek in de Verenigde Staten geopend om grondstoffen te maken voor ‘virgin plastic’.
Toch verwacht De Neve, gezien de vraag naar pyrolyse-olie, dat chemische recycling op een dag harder groeit dan de industrie van het nieuwe plastic. De verwachte marktgrootte bedraagt in 2030 20 tot 40 miljoen ton. BlueAlp wil daarvan een marktaandeel verwerven van 10 tot 25 procent. Ook is het een opgave om voldoende afval in te zamelen. In een groot deel van de wereld worden verpakkingen gestort, verbrand of in de rivier gekieperd. Als je ziet dat wereldwijd minder dan 7 procent van alle plastics gerecycled wordt, dat is bedroevend en aan de andere kant laat het zien hoe groot het potentieel is van wat zij doen.