Antwerpse onderzoekers zijn er in geslaagd zogenaamde “aromatische verbindingen” te creëren uit plastic afval. Als deze doorbraak wereldwijd zou worden toegepast, zou jaarlijks 17 miljoen ton afval als grondstof kunnen gebruikt worden.
Aromatische verbindingen, zoals benzeen, zijn zeer gewild in de petrochemische industrie, maar ook voor de productie van verf en coatings, geneesmiddelen, chemicaliën en detergenten. Vandaag gebeurt de aanmaak van zulke moleculen nog volledig op basis van aardolie en steenkool. Allesbehalve milieuvriendelijk, en dus zijn er dringend nieuwe methoden.
Een onderzoeker aan het Departement Chemie van UAntwerpen, heeft nu een manier uitgewerkt om de verbindingen te synthetiseren uit plasticafval, in plaats van uit petroleum of steenkool. Hij heeft een strategie ontwikkeld om polystyreen (kunststof van petrochemische oorsprong, red.) om te zetten in aromaten via een proces voor de overdracht van waterstofatomen, ‘Hydrogen Atom Transfer’ (HAT) genaamd.
Met de nieuwe methode kan ongeveer 17 miljoen ton polystyreenafval per jaar gebruikt worden als een aantrekkelijke grondstof voor de synthese van lagere aromaten. De onderzoeker en zijn collega’s hopen dat de methode, naast het upcyclen van bestaand plasticafval, ook een alternatieve strategie zal aanreiken om milieuproblemen aan te pakken.