Biokerosine is de snelste methode om klimaatschade door luchtvaart terug te dringen. Het Finse bedrijf Neste wil er groot in worden, onder meer met twee raffinaderijen op de Maasvlakte. Voor weinig klanten zal het de doorslag geven, maar als ze een BigMac of frietje bestellen bij McDonald’s, leveren ze een bijdrage aan de productie van duurzame vliegtuigbrandstof. Want McDonald’s heeft een contract met het Finse bedrijf Neste: al het afgewerkte frituurvet en van andere afvalstoffen wordt straks biokerosine gemaakt.
Die raffinaderij staat er al. Voorbij de kolencentrale van Uniper en chemiebedrijf Lyondell, waar grijze rookwolken uit de schoorstenen komen, steken de tientallen meters hoge destillatietorens van Neste de lucht in, met eromheen een wirwar van buizen en metalen trappen.
Het hart van het bedrijf is de controlekamer, waar 24 uur per dag een paar mensen via een halve cirkel van beeldschermen in de gaten houden hoe het met de productie gaat. Wie op deze raffinaderij mensen met vieze handen verwacht, zit ernaast. Dit is een schoon bedrijf, zegt Neste’s uitvoerend directeur investeringen Bart Leenders.
Hier wordt nu nog alleen biodiesel gemaakt, ongeveer 1,3 miljoen ton per jaar. Maar er wordt druk gebouwd op het 25 hectare metende terrein. Een nieuwe installatie moet eind 2023 in bedrijf gaan. Die gaat biokerosine maken, 500.000 ton per jaar. Elders op het terrein staan naast de vier gigantische opslagtanks voor biodiesel ook de tanks voor deze nieuwe vliegtuigbrandstof al klaar.
En daar blijft het niet bij. Iets verderop op de Maasvlakte ligt een stuk grond braak met een paar bouwketen erop en een hek eromheen. Hier komt een tweede raffinaderij te staan die in 2026 in bedrijf gaat en de productiecapaciteit voor biokerosine in Nederland zal opschroeven naar 1,2 miljoen ton. En over een paar weken gaat de uitbreiding van Neste’s raffinaderij in Singapore in bedrijf. Uiteindelijk mikken de Finnen op 2,2 miljoen ton per jaar.
Voor de productie van zijn biobrandstoffen heeft Neste de beschikking over 40 miljoen ton afval per jaar. Lang niet alleen frituurvet van McDonald’s uiteraard, maar ook landbouw- en bosbouwafval en plantaardige vetten. Al dat afval bevat moleculen koolwaterstof, die ook de belangrijkste grondstof zijn van gewone kerosine, maar waarvoor dus geen nieuwe fossiele bronnen nodig zijn.
Het proces in de raffinaderij draait om hydro-deoxygenatie: met behulp van waterstof (hydro) wordt de zuurstof (oxygen) uit de grondstoffen verwijderd, net als de zwavel en de stikstof. Uit die gezuiverde grondstoffen kunnen vervolgens brandstofmoleculen worden opgebouwd.
CO2-uitstoot terugdringen
Het eindproduct lijkt chemisch gezien zo sterk op de gangbare fossiele kerosine dat bestaande vliegtuigmotoren er probleemloos op kunnen vliegen. Dat maakt dat biokerosine de snelste methode is om de CO2-uitstoot terug te dringen.
Bij het verbranden van deze kerosine komt nog wel CO2 de lucht in, maar dat is koolstof die planten tijdens hun levensduur hadden vastgelegd uit de lucht, gerecyclede CO2 dus. Over de hele productieketen bekeken leidt het gebruik van biokerosine daardoor tot fors minder uitstoot. Neste zelf zegt: tot 80 procent minder, anderen houden het op: minstens 70 procent.
Het kan nog schoner, want voor de productie van de waterstof die Neste gebruikt, is aardgas nodig. Die ‘grijze’ waterstof wil Neste op termijn vervangen door groene waterstof, gemaakt met duurzame stroom. Kritiek kreeg Neste ook vanwege het gebruik van palmolie als grondstof, want daarvoor worden bossen gekapt. Eind 2023 wil Neste van de palmolie af zijn.
Investeren was een waagstuk
Neste heeft miljarden geïnvesteerd in dit productieproces; alleen al die tweede raffinaderij op de Maasvlakte kost 1,9 miljard euro. Maar de tijd dat zo’n investering een waagstuk was, lijkt voorbij.
Ooit was het dat wel, vertelt Leenders. Hij heeft de plek waar de raffinaderij nu staat nog meegemaakt als kale vlakte, vertelt hij. Toen Neste daar begon te bouwen, in 2010, was het allerminst zeker of die z’n geld zou opleveren. Het was meer overleven de eerste jaren, vooral omdat Europese verplichtingen op het gebied van biodiesel langer op zich lieten wachten dan waarop ze gerekend hadden.
Met de markt voor biokerosine zal dat anders gaan, daar is Leenders vrij zeker van. Die markt moet zich weliswaar nog volledig ontwikkelen, maar de vooruitzichten zijn goed. Vooral vanwege alle eisen die wereldwijd gesteld worden aan de luchtvaart.
De Europese Unie wil dat 5 procent van alle kerosine in 2030 duurzaam is, Nederland mikt op 14 procent. Om de doelstelling van de EU en van afzonderlijke Europese landen te halen, is er in 2030 3,5 miljoen ton aan duurzame kerosine nodig. En de ambities van de Verenigde Staten komen neer op nog eens 8,6 miljoen ton.
De markt zal dus groeien. Maar de concurrentie neemt toe, ook fossiele reuzen als Shell, Total en BP zijn ermee bezig. Daarom is het voor Neste, nu nog marktleider, van belang zich te verzekeren van de afname door een paar grote klanten. Zoals Air France-KLM: dat sloot afgelopen najaar een contract af om de komende acht jaar 1 miljoen ton biokerosine af te nemen. Hun grootste deal ooit, zegt directeur luchtvaart Jonathan Wood van Neste. En heel belangrijk: deze deal gaat nú in, het is niet slechts een belofte voor over vijf jaar.
Toevoer van grondstoffen
Maar niet alleen de markt is een uitdaging, ook de productie kent beperkingen. Dat zit hem allereerst in de hoeveelheden. Wereldwijd verstookt de luchtvaart nu grofweg 300 miljoen ton kerosine. Zo bezien is de 2,2 miljoen die Neste wil produceren niet erg veel, andere producenten beloven voorlopig evenmin indrukwekkende hoeveelheden.
Met de 1,5 miljoen ton die ze vanaf eind 2023 produceren, kunnen ze al voorzien in wat de Europese Unie in 2025 eist: 2 procent duurzame kerosine, zegt Leenders. En het is ruim een derde van alle kerosine die in Nederland getankt wordt. Dat is dus echt meer dan een druppel in de oceaan.
Maar bij grotere hoeveelheden loopt de industrie ook aan tegen een andere beperking: de beschikbaarheid van grondstoffen. Daarvoor waarschuwde het Nederlandse Lucht- en Ruimtevaartcentrum afgelopen najaar. Er zijn genoeg grondstoffen om de doelstellingen tot en met 2030 te halen, schreef het NLR, maar daarna niet meer. En dan wordt het lastig voor de Europese luchtvaart om broeikasgas-emissies terug te dringen. Het aantal McDonald’s-klanten is nu eenmaal niet oneindig.
Daarom is de technologie die Neste nu gebruikt ook niet de enige waarop ze moeten vertrouwen, reageert Leenders. Er wordt bijvoorbeeld ook gewerkt aan een ander soort duurzame vliegtuigbrandstof, synthetische kerosine, gemaakt uit groene waterstof en uit de lucht gevangen CO2. En aan vliegen op waterstof. Maar synthetische kerosine wordt nog nergens op industriële schaal geproduceerd en voor waterstof zijn heel nieuwe vliegtuigontwerpen nodig.
Aan de toevoer van grondstoffen voor biokerosine kan trouwens wel iets worden verbeterd, stelt Leenders. Aanvankelijk werden hun afval- en reststoffen omarmd door beleidsmakers in Nederland en Europa, inmiddels moeten ze aan veel regels voldoen, om aantoonbaar te maken dat ze echt duurzaam produceren. Helaas worden nu op sommige grondstoffen gebruikslimieten gezet, uit angst voor fraude.
Niet nodig, vindt Leenders. Ze kunnen hun hele keten overzien en controleren: die is volledig duurzaam. Met iets soepeler regels krijgen ze toegang tot meer grondstoffen en lopen ze minder snel tegen tekorten aan. En dan kan de prijs van hun product, nu nog drie à vier keer zo hoog als die van gewone kerosine, misschien ook omlaag.