Van oud Frituurvet wordt biodiesel gemaakt. De inzameling gebeurt bij horeca of bij sportverenigingen en supermarkten.
Het frituurvet gaat naar verwerkingsbedrijf Olthuis in Dronten. Het organische afval is uiteindelijk bestemd voor vergassingsinstallaties, die in een vergistingsproces biogas produceren. Er is ook biodiesel die gemaakt wordt van natuurlijke olie, zoals lijnzaad-, koolzaad- of zonnebloemolie. Belangrijk nadeel is dat landbouwgronden gebruikt worden voor de zaadproductie, met gebruik van kunstmest, bestrijdingsmiddelen en veel water. Bovendien worden in sommige landen hele stukken natuur vernietigd om grondstoffen voor biodiesel te kunnen inzaaien. Dat is behoorlijk contraproductief, qua milieu. Oud frituurvet is daarom een ideale grondstof. Ten eerste: het is al gebruikt om mee te frituren, dus het heeft een basisfunctie vervuld. In plaats van het zomaar weg te gooien, is het veel beter voor het milieu om het te recyclen. Het is een goedkope en CO2-neutrale grondstof voor biodiesel. De recycling levert geld op en daarom kan de inzameling meestal kosteloos worden gedaan en er zelfs een vergoeding voor het frituurvet worden gegeven.
Olthuis is initiatiefnemer van de nationale vetcollecte waar verenigingen aan mee kunnen doen. Kwestie van je leden op de hoogte brengen van de actie via het clubblad, de website en met speciale flyers. Er is kant-en-klaar communicatie en materiaal beschikbaar. Het beste kun je deze actie beginnen in de zomer, als mensen veel patat en kroketten bakken voor feestjes in de tuin, of natuurlijk in december, in de oliebollen-tijd. Praat er over met je leden, leg ze uit dat hun oude frituurvet geld waard is voor de club. Bovendien is het makkelijk om frituurvet bij de vereniging in te leveren, want je gaat er tóch regelmatig naar toe.