Leadax uit het Gelderse Wapenveld is de uitvinder van Leadax Flashing, een loodvervanger gemaakt van afval. De circulaire vondst blijkt een gat in de markt.
Het product is inmiddels in 14 landen te koop. En dit is nog maar het begin, want het bedrijf broedt op nog meer circulaire producten.
Het ‘afval’ dat Leadax inzet als grondstof is polyvinylbutyral (PVB), beter bekend als de folie die zit verwerkt in veiligheidsglas. Breekt het glas, dan blijft het dankzij de folie bij elkaar. Het glas van kapotte ruiten wordt omgesmolten tot nieuw glas, maar voor de folie was nog geen bestemming. Dat afval wordt nu door hun gebruikt. Met het afval van vandaag voorkomen ze het afval van morgen.
PVB is in grote hoeveelheden beschikbaar; het gaat wereldwijd om een miljard kilo per jaar. Dus ze kunnen dit product blijven maken én daarna wéér hergebruiken of recyclen. Door grondstoffen te hergebruiken, voorkomt Leadax uitputting van de aarde. Daarnaast heeft ‘het nieuwe lood’ nog een aantal voordelen boven traditioneel lood. Het is niet-toxisch, goedkoper, 31 procent groener, heeft langere rollengtes en is niet ‘loodzwaar’.
Geen afval meer
Leadax vloeit voort uit Bitufa Waterproofing B.V., de producent van onder meer bitumen en Flexobit, respectievelijk voor het bedekken van daken en voor de afdichting van beton in kelders. Die producten liepen – en lopen nog steeds – goed. Maar, in 2014 was in het nieuws dat Nederland in 2050 circulair moet zijn. Er moesten dus circulaire vervangers voor hun producten komen. Ze zijn creatief aan de slag gegaan en maakten van de omstandigheden een kans. Zo werd een nieuw product ontworpen.
Innovatieprijs
Dat het bedrijf iets bijzonders had neergezet, werd het team pas echt duidelijk toen Leadax op één avond twee innovatieprijzen in ontvangst mocht nemen. Bij de uitreiking van de Veluwse Innovatieprijs wonnen ze én de juryprijs én de publieksprijs. Nog meer prijzen volgden inderdaad en de CEO besloot hulp in te schakelen van Oost NL, de ontwikkelingsmaatschappij van Oost-Nederland. Wat ze toen nodig hadden, was een netwerk, een podium en bekendheid. En Oost NL heeft ingangen voor hun gecreëerd. Ook ondersteunde Oost NL hun met een voucher vanuit de Groeiversneller, een programma van Oost NL. Ze hebben statenleden op bezoek gehad en op allerlei manieren ‘exposure’ gekregen. Dat heeft hun geholpen om groot te denken. Op aanraden van Oost NL meldde Leadax zich aan voor Nationale Iconen, een competitie van. het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Ze behaalden een plek in de top tien. En ook dit opende weer deuren voor hun, waaronder spreektijd op de Clean Economy Conference Horizon19 in Boston.
Patent
Leadax – het nieuwe lood, dat in 2017 op de markt werd gebracht, is de eerste van een heel assortiment aan producten dat Leadax wil produceren met de grondstof PVB. Ze hebben patent op het gebruik van PVB in circulaire producten. Alle producten zijn niet-toxisch, gemaakt van afval én recyclebaar. Ze werken aan automatten, kelderafdichting en kunstgras. In 2020 introduceren ze de vervanger van bitumen: Leadax Roofing. Deze is wit, zodat ook nog eens minder energie voor airconditioning nodig is.
Vanuit de circulaire gedachte dat grondstoffen oneindig kunnen worden ingezet, werkt Leadax aan een concept om dakbedekking met Leadax Roofing aan te bieden als een service. Voor een vast maandbedrag leggen ze het dak, doen ze het onderhoud, zorgen ze voor de schoonmaak en regelen ze de vervanging. Van de gebruikte dakbedekking maken zij weer nieuwe. Dat is circulair en zo blijven zij toegang houden tot de grondstoffen.
Duurzaam
De creativiteit van het team heeft Leadax geen windeieren gelegd. Zij zijn een van de eersten die circulariteit en winstgevendheid combineren in één product. Hun verdienmodel is duurzaam: ze werken met afval en dat zorgt voor een lage grondstofprijs. Daardoor is het product voor de aannemer én circulair én twintig procent goedkoper dan lood. Iedere partner in de kolom houdt hier wat aan over en dat maakt het ook voor de lange termijn duurzaam.
Missie
De missie van Leadax is dat er vanaf 2030 geen lood meer wordt gebruikt in en om het huis. Uiteindelijk willen ze vijftien miljoen vierkante meter lood vervangen. Leadax moet een nieuwe soortnaam worden. Zij verwachten dat ‘lood’ in de toekomst alleen nog in spreekwoorden aanwezig is.
Vijf keer zo duurzaam
Leadax heeft een levenscyclusanalyse (LCA) laten doen voor zijn producten. Daar kwam onder meer uit dat het 31 procent duurzamer is dan lood en ongeveer vijf keer duurzamer dan de meest gebruikte dakbedekking. De klimaatimpact is klein, bijvoorbeeld omdat Leadax onder fors lagere temperaturen wordt gemaakt dan lood. Bovendien maakt het gebruik van gerecycled plastic en is het materiaal zelf recyclebaar. Dat werkt zo: de autoruiten die normaliter naar de sloop, stort of oven gaan, worden onder meer bij recyclebedrijf Maltha – onderdeel van Renewi – gescheiden in glas en PVB-vlokken. Dat PVB gaat naar de fabriek van Leadax in het Gelderse Wapenveld, die er dakbedekking van maakt. Die fabriek wekt met zonnepanelen zijn eigen elektriciteit op. Ongeveer dertig jaar nadat het op daken is aangebracht wordt de bedekking weer opgehaald en kan het materiaal gerecycled worden.
Niet meer investeren in bitumen
Leadax groeit snel. Het bedrijf telt al zestig werknemers, zag zijn verkopen vorig jaar met 50 procent groeien en verwacht in 2023 een zelfde groei als de dakbedekking in nog meer landen verkocht wordt. De verkoop van bitumen dakbedekkingen door moederbedrijf Bitufa gaat ook nog steeds door. Maar daar zetten ze niet meer in op verdere groei, want ze verwachten dat die markt gaat afnemen. Alle investeringen gaan in het circulaire alternatief Leadax.
Middeleeuwse stadskraan
De loodvervanger van het Nederlandse bedrijf is geliefd onder eigenaren van monumenten en oude boerderijen. Het ziet er namelijk net zo uit als lood en heeft dezelfde sterke eigenschappen, maar is een stuk milieuvriendelijker. Zo liet Utrecht het dak van de gereconstrueerde middeleeuwse stadskraan bekleden met Leadax in plaats van lood. De gemeente Utrecht wilde niet dat er lood gebruikt zou worden omdat hierdoor het oppervlaktewater vervuild kan raken. Voor hen bood dit de kans om hun product bij een aansprekend project te laten zien.