Wekelijks spoelen we 4 miljoen liter chemisch schoonmaak- middel door het afvoerputje, en belanden er 4 miljoen plastic flessen op de afvalberg. Nergens voor nodig, vond Marcel Belt. Hij begon het ‘groene’ merk Marcel’s Green Soap.
Het ontstaan van Marcel’s Green Soap
Belt heeft lang bij Unilever en Reckitt Benckiser gewerkt – twee grote producenten van schoonmaakmiddelen, waar de focus vooral op prijs en gebruiksgemak ligt. Dat het ook anders kan, met meer respect voor het milieu, begon hij zich te realiseren door zijn bezoeken aan de Verenigde Staten. Omdat zijn schoonfamilie daar woont, komt hij er regelmatig en bezoek dan altijd supermarkten, een vorm van beroepsdeformatie. Al een jaar of tien geleden viel het hem op dat daar leuk uitziende en lekker ruikende duurzame schoonmaakproducten in de schappen stonden, en dat het er almaar meer werden. In vergelijking met Amerika is in Nederland nog altijd weinig verantwoords verkrijgbaar. Omdat hij voor zichzelf wilde beginnen, besloot hij daarom een eigen ‘groene’ lijn in de markt te zetten. Maar ook omdat zijn affiniteit met milieuvriendelijke schoonmaakmiddelen groeide.
Vervuiling van de wereld
Elke week spoelen we met z’n allen 4 miljoen liter chemisch schoonmaakmiddel door de gootsteen. Jaarlijks belandt er dus ruim 200 miljoen liter in het milieu, plus al het plastic van de flessen. We hebben een klein chemisch fabriekje in onze gootsteenkastjes. Naast al die schoonmaakmiddelen gebruiken we ook ammoniak en chloor, vaak voor eenvoudige vlekken. Van bijvoorbeeld kalkaanslag hebben we eigenlijk weinig last; het Nederlandse kraanwater is tamelijk zacht. Toch nemen we agressieve middelen, die je buiten het bereik van kleine kinderen dient te houden en absoluut niet op je huid moet krijgen. Daar word hij niet blij van. Net zomin als van het feit dat je tegenwoordig al voor 50 cent bij Action een schoonmaakmiddel kunt kopen. Het moet almaar goedkoper, zo krijg je natuurlijk rotzooi.
Zijn producten
Samen met zijn ex-collega van Unilever heeft hij met eigen geld vier schoonmaakmiddelen ontwikkeld die niet, zoals de meeste producten bij de supermarkten, op aardolie zijn gebaseerd. Zijn handzeep, afwasmiddel, allesreiniger en schoonmaakspray staan bol van de natuurlijke zeep en bevatten geen schadelijke stoffen als chloor en ammoniak. Daardoor zijn ze voor 99 procent biologisch afbreekbaar. Daarbij was hij de eerste ‘zeepboer’ met flessen van 100 procent gerecycled plastic. Hij werd ook genomineerd voor een duurzaamheidsprijs van de Nederlandse verpakkingsindustrie en kreeg meer dan 1 procent marktaandeel bij.
Het moet almaar goedkoper
Maar 99 procent afbreekbaar, betekent dat 1 procent het milieu belast. Hij beweert ook niet dat hij de allerduurzaamste is. Hij richt zich op het ‘lichtgroene’ segment: ongeveer 40 procent van de consumenten die weleens een ecologisch schoonmaakmiddel koopt, maar daarna vaak weer terugvalt op merken als Dreft en Ajax. Een merk als Ecover, dat nogal serieus overkomt, is uiteindelijk niet aan hen besteed. Dat wordt gekocht door de 5 procent ‘donkergroene’ huishoudens. Om die lichtgroene categorie over de streep te trekken, heeft hij ervoor gezorgd dat zijn producten, die net zo goed schoonmaken, er aantrekkelijk uitzien en heerlijk ruiken. Daarmee zetten consumenten toch een stap in de goede richting.
Het verloop van Marcel’s Green Soap
Hij is nu ruim een jaar bezig en heeft inmiddels 500 verkooppunten, onder meer bij ‘groene’ winkelketens Marqt en Ekoplaza. Hij verwacht 300.000 flessen te verkopen. Over een jaar of drie moeten dat er 1 miljoen zijn. Tegen die tijd kan hij er goed van leven. Nu is dat nog niet het geval.
Zijn toekomstplannen
De nieuwe producten: een wasmiddel, vaatwastabletten en een wc-reiniger. En daar blijft het niet bij. Hij verwacht zeker dat de vraag naar verantwoorde schoonmaakmiddelen zal groeien. Over pakweg twintig jaar zijn die gemeengoed. Aan andere sectoren, zoals de voedingsmiddelenbranche, zie je dat die ‘groene’ beweging onomkeerbaar is. Daar gaat het alleen sneller, omdat mensen wat ze in lichaam stoppen nou eenmaal belangrijker vinden dan wat ze op de vloeren smeren. Verder wilt hij een alternatief vinden voor de palmolie in zijn producten. Die is weliswaar duurzaam en RSPO-gecertificeerd, maar komt uit corrupte landen als Indonesië. Daar kun je dus toch je vraagtekens bij zetten. Daarom is hij aan het onderzoeken of zijn zeep van bijvoorbeeld lijnzaadolie of zelfs afgedankt frituurvet kan worden gemaakt.