Reflow start een Nederlands initiatief om meer textiel te recyclen en nuttig te gebruiken. Door bewustwording en nieuwe technieken moeten de vele kilo’s kleding en ander textiel die nu in de brandoven belanden gered en hergebruikt worden.
Met een digitale bijeenkomst bij Pakhuis de Zwijger gaat het Amsterdamse Reflow-project van start. Met onder andere Symphany (van de kledingcontainers), Waag en Metabolic als deelnemers probeert het project zowel op menselijk als technisch niveau meer te maken van textielgebruik. Op dit moment verdwijnt het grootste deel van de kleding, lakens, handdoeken, schoenen (met de veters aan elkaar) en andere waren nog op de afvalberg. Per persoon produceren we 18 kilo textielafval per jaar, waarvan maar 8 kilo gerecycled wordt.
Vervuilde kleding in de bak
Dat kleding zo slecht gerecycled wordt, heeft een paar oorzaken. Mensen gooien nog veel weg bij het restafval en dat is zonde, vertelt Danielle Schouten, projectmedewerker bij Reflow. Mensen moeten ook leren dat textiel meer is dan alleen kleren. Dat lakens en schoenen ook in de bakken van Sympany mogen, mits in een gesloten zak. Dat is namelijk ook een probleem: er komt steeds meer ‘vervuild’ textiel aan op inzamelpunten. Dat is dan gemengd met restafval en kan niet goed hergebruikt worden. En kleding moet natuurlijk zo lang mogelijk worden gedragen, of weggegeven.
Ook technisch is er nog een hoop te doen. Sommige kleding is nog opnieuw te dragen na reinigen, maar een groot deel is daarvoor te oud of stuk. Die kleding kan gebruikt worden om nieuwe garen van te maken, maar met nieuwe technieken kan dat makkelijker, sneller en goedkoper.
Bewustzijn over verspilling van kleren
De eerste stap van het Reflow-project is echter bescheiden: het publiek bewust maken van circulaire kleding, en het belang van goede inzameling laten zien. Op langere termijn hoopt de organisatie dat andere bedrijven ook mee gaan doen, zodat de hele keten circulair wordt. Het project loopt twee jaar; daarna moet er zoveel bewustzijn en kennis zijn dat consumenten en bedrijven zelf de circulaire ambities voort kunnen zetten.
Het textielproject is één van de zes armen van Reflow. De andere vijf lopen in andere Europese steden, en variëren van duurzame festivals (Parijs) tot restwarmte (Berlijn). De steden wisselen de kennis die ze de komende jaren op doen met elkaar uit, zodat iedereen kan leren en alle steden – en landen – een stukje milieuvriendelijker kunnen worden.